Omgevingsvisie tussen economie en maatschappij

Nynke Schaaf

Sinds de crisis van 2009 is het wankele bouwwerk van de ruimtelijke ontwikkeling in Nederland als een kaartenhuis in elkaar gezakt. De kraters die dit heeft geslagen zullen nog jaren zichtbaar zijn: historische leegstand van kantoren, een stilgevallen huizenmarkt, grote tekorten op de gemeentelijke grondexploitaties en een enorme bezuinigingsopgave voor de overheid.

De oude uitgangspunten van groei, korte termijn rendement en het afzetten van zoveel mogelijk huizen en kantoren op een zo klein mogelijk oppervlak voldoen niet meer. De huizenmarkt begint weliswaar aan te trekken, maar het herstel is broos. Voor de kantorenmarkt blijven de vooruitzichten somber. Maar het is niet alleen kommer en kwel. Dankzij leeg rakende geldpotjes en het kantelende denken over een circulaire samenleving begint de boel nu eindelijk te schuiven.

In plaats van economische waarden draait het nu om maatschappelijke waarden zoals duurzaamheid en gebiedskwaliteit. Dit vraagt ook een andere rol van de overheid. Of het nu gaat om de energietransitie, gezonde wijken of een inclusieve stad, een afwachtende overheid volstaat niet meer. De maatschappij vraagt van de overheid slimme en vernieuwende processen, zodat koplopers uit de markt en de samenleving ruimte krijgen om te innoveren. Het gaat erom dat de overheid de marktpartijen en maatschappelijke partijen uitdaagt via spelregels voor duurzaamheid vanuit een hoog ambitieniveau. De overheid heeft een faciliterende rol; kaderstellend maar vooral ruimte bieden en juridische barrières wegnemen. Deze kernwaarden zitten in de nieuwe omgevingswet verankerd. Daarmee brengt de Omgevingswet de overheid terug bij de publieke zaak: we kijken weer naar het publieke belang.

Hoewel de omgevingswet dus een stap in de goede richting is, moet de overheid in de uitvoering nog meer stappen zetten. De afgelopen jaren heb ik mij bezig gehouden met het verbinden van lokale initiatieven die een verandering op gang kunnen brengen in de samenleving. De burger is hierin pro actief en ontwikkelt mee: de prosument. Denk bijvoorbeeld aan particulier opdrachtgeverschap. Dit zijn kansrijke initiatieven die gekoesterd zouden moeten worden. Te vaak zie ik echter nog dat dit misgaat. Het is toch moeilijk uit te leggen dat de eerste verpakkingsvrije winkel in Utrecht geen financiële of andersoortige steun kreeg van de gemeentelijke overheid en hierdoor zijn deuren al snel weer moest sluiten en een Primark wel. Hier zien we nog de oude reflex van economische waarden boven maatschappelijke waarden.

De crux wordt om de nieuwe kernwaarden financieel hard te maken en een prijs te geven. Het betekent een heroriëntatie op de bestaande omgeving in plaats van nieuwe gebieden te ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is Rotterzwam die introk in het oude zwemparadijs Tropicana, een zeer incourant vastgoedobject, en grote investeerders aan zich wist te bieden met Bluecity010. Het zal er om gaan om nieuwe financieringsvormen en verdienmodellen te maken. Hier wil ik Het Verhalenhuis Belvedere noemen, dat op een vernieuwende manier mensen wil samenbrengen, de verhalen van mensen uit de stad wil delen en daarmee het geluk van mensen wil bevorderen. Hun financieringsmodel bestaat uit het uitgeven van obligaties. Inmiddels heeft het Verhalenhuis een zeer prominente spilfunctie in de wijk Katendrecht.

Rotterzwam en het Verhalenhuis Belvedere tonen ons het evenwicht tussen economie en maatschappij, hier is duurzaamheid aanjager van de nieuwe economie. Zij laten ons zien dat het duurzaam omgaan met ecologische, sociale en financiële onderdelen van de nieuwe economie nieuwe mogelijkheden schept om geld te verdienen. Ging het voorheen om infrastructuur, mobiliteit en milieu tegenwoordig zal het bij ruimtelijke projecten steeds meer gaan over zaken als klimaat, energie, gezondheid, beleving en identiteit.

11 juni 2016

Nynke Schaaf is oprichter van ConComCow, Connecting Communities in Coworking

In de aanloop naar de invoering van de Omgevingswet vroeg Architectuur Lokaal in de jaren 2013-2018 tal van betrokkenen naar hun opvattingen over omgevingsvisies, omgevingskwaliteit en participatie.