Cor Trompetter
Na de grote decentralisaties in de zorg is de nieuwe Omgevingswet de twee grote operatie die in deze collegeperiode op de gemeenten afkomt. De onzekerheid die er lang geweest is over de veranderingen in de zorg is vergelijkbaar met de zoektocht waar gemeente nu mee bezig zijn om zich op de nieuwe Omgevingswet voor te bereiden. Hoe zorgen we er voor dat we op 1 januari 2018 niet ineens met iets totaal nieuws geconfronteerd worden? Deze parallel wordt niet zo vaak getrokken: zorg en ruimte zijn in gemeenteland vaak gescheiden werelden en verschillende wethouders zijn er verantwoordelijk voor. Misschien omdat ik beide gebieden in mijn portefeuille heb zie ik grote overeenkomsten in het aanloopproces.
In mijn gemeente Weststellingwerf, een gemeente in Zuidoost Friesland met 25.000 hectare, 25.000 mensen en 25.000 koeien is de zoektocht in de herfst van 2015 begonnen. Om uiteindelijk tot de voor de nieuwe Omgevingswet zo belangrijke omgevingsvisie te komen zijn ontwerpers van Atelier ZZ een week lang in onze gemeente geweest om een eerste schets te maken (lees hier de resultaten). Samen met bewoners en belangenorganisaties zijn drie teams in onze gemeente aan de slag gegaan. Aan het einde van de week zijn de resultaten aan de deelnemers voorgelegd. Later is er een sessie met de gemeenteraad geweest waar de verder uitgewerkte ideeën zijn gepresenteerd.
Niet alleen economie en ruimte zijn hierbij aan de orde gekomen, maar ook een kwestie waar veel gemeente mee worstelen: hoe zorgen we er voor dat bij een qua omvang gelijkblijvende, maar vergrijzende bevolking het voorzieningenniveau op peil blijft. De grote winst was dat belanghebbenden, zoals dorpsbelangen en verenigingen, maar ook de gemeenteraad, geconfronteerd werden met de dilemma’s van de komende decennia: hoe zorgen we er voor dat op het platteland er voldoende voorzieningen op het gebied van zorg en welzijn zijn, terwijl de bevolking langzamerhand vergrijst en de middelen om de voorzieningen in stand te houden voortdurend onder druk staan.
Natuurlijk zijn ‘voorzieningen’ maar één element dat in aanloop naar de nieuwe omgevingsvisie aan de orde moet komen. Maar om te voorkomen dat economie en ruimte de hoofdthema’s worden is het essentieel dat in de aanloop ook andere elementen een plaats krijgen, elementen die voor onze inwoners van even groot belang zijn als vragen naar werk en de wijze waarop we met de schaarse ruimte omgaan. De week van Atelier ZZ zijn voor ons een mooi startmoment geweest als basis voor een voldragen omgevingsvisie waarin zowel harde als zachte elementen een plaats zullen krijgen.
En tenslotte: gemeenten die zich niet met hun inwoners voorbereiden op de komst van de nieuwe Omgevingswet zullen tegen dezelfde problemen aanlopen als gemeente die pas op 1 januari 2015 echt aan de decentralisaties in de zorg zijn gaan werken.
21 maart 2016