Thomas Walder
Een pakkende titel die spontaan opkwam toen we bezig waren met onze nieuwe gemeentelijke omgevingsvisie. Uit de gesprekken kwam steeds naar voren dat het goed is te focussen op datgene waar je als gemeente sterk in bent. Voor Hellendoorn is dat in ieder geval de natuur en het avontuur. Een gemeente waar je in stilte kunt genieten van het prachtige Nationale Park Sallandse Heuvelrug, maar ook actief het avontuur kunt zoeken in bijvoorbeeld het prachtige Reggedalgebied of tijdens de vele evenementen die de gemeente rijk is zoals Dauwpop, de Hellendoornrally en de Strongmanrun.
Een beetje uit financiële nood geboren hebben we er voor gekozen om een compact proces te doorlopen, waarbij we zo maximaal mogelijk gebruik wilden maken van de kracht van de samenleving. We hebben een externe adviseur gevonden die vanuit die wensen precies aanvoelde wat er nodig was. Kort samengevat: less is more.
Dat vraagt om enige uitleg. In het verleden werden er nogal eens langdurige processen opgestart om visies te ontwikkelen. Dit leverde vaak dikke rapporten op die maar al te vaak in de la verdwenen. Daar wilden we vanaf. We wilden een handzaam document met een zodanig taalgebruik dat iedereen meteen snapt welke kant we op willen. We hebben eerst veel gesprekken gevoerd met stakeholders. We hebben alle betrokkenen bij de thema’s buitengebied, leefbare kernen en identiteit, toerisme, het centrum van Nijverdal en bedrijventerreinen uitgenodigd om tijdens workshops aan te geven wat volgens hen de uitdagingen in de nabije toekomst zijn. Het waren zeer geanimeerde gesprekken, waarbij de zaal vaak overvol zat. Ook de gemeenteraad zijn we uiteraard niet vergeten in dit proces. Een tip voor gemeenten die nog een omgevingsvisie moeten opstellen zou dan ook zijn: betrek de samenleving goed en rond gestructureerde discussies. Dan wordt het ook een omgevingsvisie van de samenleving en alleen een document waar alleen mensen binnen in het gemeentehuis zich in herkennen.
Pas toen de contouren van de visie voor iedereen duidelijk waren, zijn we gaan schrijven. De visie is opgedeeld in 3 thema’s: identiteit, de context en de kernvisie. Toegegeven, wat abstracte begrippen, maar we zijn er in geslaagd deze concreet te vertalen. De gemeente is opgedeeld in verschillende gebieden en daarbij is aangegeven dat nieuwe ontwikkelingen alleen nog zijn toegestaan als ze een bijdrage leveren aan de identiteit van dat gebied. In sommige natuur is vooral de rust en ruimte van belang (overweldigend natuurlijk), terwijl in andere natuur vooral het avontuur kansen biedt (avontuur in de natuur). Daarnaast zijn er gebieden waar juist de boeren ruimte moeten krijgen (rond boeren), maar we zijn ook de kernen van de gemeente niet vergeten (sterke kernen). Door middel van foto’s is nog eens aangegeven wat we wel en wat we niet willen. Beelden zeggen immers vaak meer dan duizend woorden. Wel is het altijd lastig een balans te zoeken tussen abstract en concreet. Als je als gemeente dingen ruim formuleert en kreten gebruikt als “een initiatief is mogelijk maar moet wel kwaliteit toevoegen aan de leefomgeving” dan voelt dat voor de gemeente wellicht als heel uitnodigend, maar een gemiddelde inwoner of bedrijf weet vaak niet wat hij of zij er mee moet. Een roep als “gemeente, zeg nou gewoon concreet wat je wel en niet wilt” klinkt dan wel begrijpelijk, maar het zou de hele sturingsfilosofie van de omgevingsvisie aantasten als je daar als gemeente gehoor aan geeft.
In de context is een beschrijving opgenomen waar de gemeente mee te maken krijgt op ruimtelijk, economisch en maatschappelijk vlak. Je begint immers niet blanco met een visie en hebt ook te maken met thema’s als demografische ontwikkelingen, ontwikkelingen op gebied van economie (bedreigingen winkelgebieden en bedrijventerreinen) en maatschappelijke voorzieningen (onderwijs, cultuur en sport). In de kernvisie zijn duidelijke keuzes gemaakt waar we de komende jaren op gaan inzetten. Vanuit de kracht van je gemeente keuzes maken en niet alles tegelijk willen doen, maar duidelijk focussen op een paar dingen en die vervolgens bij de kop pakken en uitvoeren.
In de korte periode dat we nu werken met deze visie kan ik alleen maar vaststellen dat het geen papieren tijger is gebleven. Sterker nog: van de 10 aanbevelingen zijn we al heel ver met de uitwerking van meer van de helft van de punten. En daar ligt de toegevoegde waarde. Iedereen snapt welke kant we op willen. Er is veel draagvlak voor de gekozen koers (die vaak mede door hen zelf is bepaald) en nu deze duidelijk is, durven veel ondernemers het weer aan om te investeren. Niet dankzij een dik rapport, maar een goed doordachte compacte visie. Dus het blijkt: less is more.
26 april 2016