Team Ruimtelijke Kwaliteit Nuenen. Deel 2: de werkwijze

Het tweede van de vier berichten over het Team Ruimtelijke Kwaliteit (TRK) Nuenen gaat over de werkwijze. ‘Daarmee hebben we voorgesorteerd op de Omgevingswet’. Belangrijk uitgangspunt van het TRK is om altijd het gesprek te blijven voeren.

2. De werkwijze
De werkwijze van het TRK van Nuenen is allesbehalve traditioneel; altijd sterk meedenkend en soms zelfs mee ontwerpend’, aldus Hans van Holstein, vm. voorzitter van het TRK. ‘Daarbij heb ik me weleens afgevraagd, is dat wel onze rol? Maar het helpt om draagvlak te organiseren voor de kwaliteit die je nastreeft. Het wordt overigens ook gewaardeerd door initiatiefnemers, dat je met de kennis van zowel leden van de monumentencommissie als van het TRK daadwerkelijk iets toevoegt. Zonder opgeheven vinger, maar om mee te werken en mee te ontwikkelen – en daarmee sterk vooruitlopend op het gedachtegoed van de Omgevingswet. Daar hebben we met deze werkwijze onbewust op voorgesorteerd in de afgelopen periode.’

Van Holstein’s opvolger, Veronique Marks, en de teamleden Olga Limarenko, Geert Bosch en Martien van Osch lichten toe hoe het TRK probeert om initiatiefnemers, ontwikkelaars en architecten aan het begin net iets harder na te laten denken dan ze van plan zijn. ‘We krijgen plannen soms drie, soms vier keer terug, zonder dat je ziet dat initiatiefnemers de wezenlijke opmerkingen oppakken of daar serieus over nadenken.’ Dan kijkt het TRK wat zij kan bieden binnen de kaders die er zijn. Een belangrijk uitgangspunt is dat het team in de planbesprekingen niet alleen maar oordelend is, maar ook laat zien dat er vanuit de verschillende vakgebieden in het team ook weleens verschillend gedacht wordt. Het gaat om het voeren van discussie met initiatiefnemers, hen uitdagen en het plan verder brengen. Initiatiefnemers en architecten kijken op een andere manier naar de plannen. ‘De meeste plannenmakers kijken met oogkleppen naar hun kavel: hoe kunnen we daar zo efficiënt mogelijk zoveel mogelijk op krijgen? Wij kijken allereerst vanuit de context van de omgeving, vanuit het landschap en de kwaliteiten daarvan. Voor heel veel plannenmakers is dat alleen al een eyeopener:’ Het TRK hoopt initiatiefnemers bewust te maken van de breedte van de opgave; ‘Als zij die zien, en hopelijk ook oppakken, kan er iets moois ontstaan.’

Het TRK is een adviesorgaan van de gemeente; niet meer en niet minder. Van Holstein: ‘Uiteindelijk ligt het besluit bij het college. We respecteren nadrukkelijk de rol van het college als andere afwegingen van belang zijn. BenW representeert het algemeen belang; wij kijken naar de cultuurhistorische waarde en de ruimtelijke kwaliteit. We blijven altijd vanuit de inhoud adviseren’. TRK-lid en dorpsbouwmeester heeft nog een instrument achter de hand als de advisering niet naar wens verloopt. ‘Als een plan meermaals terugkomt en er een patstelling ontstaat, grijpen we terug op de bekende methode: we gaan workshoppen. Bijna altijd ontstaat dan tussen de architect en de initiatiefnemer, binnen een half uur, een oplossingsrichting waarbij de investeerder winst kan maken en wij ruimtelijke kwaliteit bereiken.’

Marks constateert dat initiatiefnemers die bij het TRK aankloppen, zelf meestal vinden dat ze een goed plan hebben. ‘Als wij daar opmerkingen over maken komt de vraag: “Wat mag er nou?”. Maar ik vind het belangrijk dat zij begrijpen waarom wij discussie voeren, of onze opmerkingen zijn begrepen en of zij met ons advies verder kunnen. Anders slaan we de plank mis.’ Volgens Van Holstein moet je de drijfveren van de initiatiefnemers begrijpen, en die kunnen heel verschillend zijn. ‘Ontwikkelaars die uitstralen “het is maar een dorp” moet je keihard aanpakken; niet zozeer op hun plan, maar op hun houding, anders wordt dat plan nooit beter. Bij particulieren of architecten is het soms een beetje lesgeven of gaat het om het aangeven van randvoorwaarden. Onze drijfveer is altijd: zorgen dat de kwaliteit van Nuenen beter wordt, gestoeld op kwaliteiten die er al zijn.’ Het komt ook voor dat een architect van het TRK wil horen welke items hij kan inbrengen bij zijn onwelwillende opdrachtgever om een hogere kwaliteit voor het voetlicht te krijgen.
De onafhankelijke dorpsbouwmeester maakt deel uit van het TRK. Sinds 2018 wordt deze rol vervuld door Harrie van Helmond, die de adviezen van welstand, TRK en monumentencommissie met elkaar verbindt, en daarmee continuïteit in de advisering borgt.

Wethouder Caroline van Brakel ziet absoluut de meerwaarde van het TRK. ‘Het team is superkritisch. Natuurlijk zie ik initiatiefnemers meerdere keren langs mijn bureau komen, die soms tot vijf keer bij het TRK moeten verschijnen. Maar als je echt kwaliteit wilt hebben moet dat ook. Het TRK gaat niet op de stoel van de initiatiefnemers zitten. Het alleen aanreiken waar het beter kan, zonder te zeggen hoe, kan tot spanningen leiden. Initiatiefnemers vragen dan om meer, om hoe het dan wel moet, maar dat blijft het TRK heel zuiver in haar rol.’

Bosch ziet een nieuwe tendens: veel ruimtelijke kwaliteitsbeoordelingen worden overgenomen door bedrijven die niets anders doen dan toetsen langs een geheel vastgelegd toetsingskader. ‘Dat is eigenlijk het afvinken van een lijstje, en dat is heel iets anders dan wat het TRK doet. Wij willen geen strak toetsingskader, we willen kunnen oordelen vanuit de kwaliteiten van Nuenen die we kennen. Die zijn vrij moeilijk vast te leggen. De Omgevingsvisie die nu gemaakt wordt bevat een aantal richtlijnen, maar het gaat om de daadwerkelijke interpretatie van een locatie door eigen kennis. Daarbij is het essentieel dat de commissie bestaat uit mensen die beroepsmatig in dit specifieke ontwerpwerk bezig zijn. Dat levert echt andere kwaliteit op dan dat je van beroep ’toetser’ bent.’ Bovendien mag het TRK in Nuenen gevraagd en ongevraagd nadenken over algemenere zaken, iets wat in grotere gemeenten door ambtenaren wordt gedaan. Van Helmond: ‘Nuenen is niet zo’n grote gemeente. Wij kunnen dan mooi de denktankfunctie invullen. Ik vind het zelf ontzettend leuk om los van concrete vragen na te mogen denken over hele actuele vraagstukken die niet alleen in Nuenen spelen, maar overal. Dat maakt het werk extra boeiend.’

Lees hier
Deel 1, De oorsprong
Deel 3, De dilemma’s
Deel 4, De meerwaarde

24 februari 2021


Gesprek voeren met het Team Ruimtelijke Kwaliteit Nuenen

In de aanloop naar de invoering van de Omgevingswet vroeg Architectuur Lokaal in de jaren 2013-2018 tal van betrokkenen naar hun opvattingen over omgevingsvisies, omgevingskwaliteit en participatie.