Als ik niet kan uitleggen waarom het niet kan, dan moet het kunnen

Ilona Lagas-Meijer

Net voor de tweede termijn beëdigd als wethouder met dit keer ruimtelijke ordening in portefeuille, krijg ik de uitdaging een nieuwe structuurvisie te maken voor de gemeente Ommen. Nu krijg ik bij “nieuw” al vrij snel een wasmiddelgevoel. Wat is er mis met het oude en wat zit er eigenlijk in dat we nog prima kunnen gebruiken? Het werd mij snel duidelijk wat voor een statisch document het was met inhoudelijk niets dat op een visie leek.

Wat vooral opviel waren de ruimtelijke kaders. Het had ook niets van de toekomstvisie, die we eerder met veel burgers, bedrijven, plaatselijke belangen en maatschappelijke organisaties hadden opgesteld en met de mooie titel Het Ommer Motief met veel tamtam hadden aangenomen. Wat we nodig hadden was een ruimtelijke visie waarin we dit motief konden terugvinden en ook al onze sectorale plannen, waaronder zorg, onderwijs en sport. Wat wij vooral misten was de flexibiliteit.
Structuurvisies en bestemmingsplannen doen eigenlijk niets anders dan het vertrouwde vastleggen. Alles wat nieuw bedacht wordt en onbekende combinaties van gebruik passen bijna nooit. Dat stagneert de innovatie en de denkkracht van de maatschappij. Een maatschappij die snel verandert en veel meer flexibiliteit vraagt dan bijvoorbeeld een bestemmingsplan, dat 10 jaar geldig is. Juist wat nog niet eerder bedacht is brengt vaak de nodige vooruitgang.

Voortvarend zijn we aan de slag gegaan met  de bouwers van Het Ommer Motief. Met steun van het ministerie, de provincie Overijssel en de VNG konden we zonder zienswijzen al in januari 2013 onze nieuwe omgevingsvisie aannemen. Al heet deze visie Gemeentelijk Omgevingsplan, omdat er landelijk nog geen naam gekozen was. Onze bestemmingsplannen hebben we gebundeld in themaplannen in plaats van gebiedsplannen. Van 33 naar 5 themaplannen: buitengebied, wonen, werken, kleine kernen en centrum Ommen. Nieuwe ontwikkelingen worden vooral getoetst aan de sturingsfilosofie die we hebben ontwikkeld. Deze filosofie toetst plannen aan de visie, waarbij het bestemmingsplan ondersteunend is. Als het past in de visie, maar niet in het bestaande bestemmingsplan, wordt er meegewerkt aan de ontwikkeling en het bestemmingsplan aangepast. Dit doen we zo, omdat de nieuwe wet nog niet in werking is getreden.

Het mooiste voorbeeld is de bouw van een nieuwe stal voor 200 koeien bij de familie Zandman in Beerze. Op een es, bij een Natura 2000 gebied, naast een Europese topcamping, vlakbij een beschermd dorpsgezicht en in de nabijheid van de rivier de Vecht. Voldoende ingrediënten voor een NEE, maar door de visie van de ondernemer en ons omgevingsplan is het met behulp  van alle belanghebbenden een groot succes geworden. Minister Melanie Schulz van Haegen heeft het project dan ook met een bezoek vereerd. Kortom, de nieuwe omgevingswet daagt ons allen uit vanuit een gedragen visie ontwikkelingen mogelijk te maken. Hierdoor is mijn slogan “als ik niet kan uitleggen waarom het niet kan, dan moet het kunnen” niet langer een kreet, maar vooral een kans!

3 mei 2016

Ilona Lagas-Meijer, vm. wethouder ruimtelijke ontwikkeling, Gemeente Ommen en Fractievoorzitter VVD Ommen

In de aanloop naar de invoering van de Omgevingswet vroeg Architectuur Lokaal in de jaren 2013-2018 tal van betrokkenen naar hun opvattingen over omgevingsvisies, omgevingskwaliteit en participatie.