Op 18 december 2019 heeft de gemeenteraad van Deventer de omgevingsvisie ‘Expeditie Deventer’ unaniem vastgesteld. De gemeente bestaat uit de stad Deventer en omliggend landelijk gebied met zes dorpen: Bathmen, Diepenveen, Okkenbroek, Schalkhaar, Lettele en Loo. De dorpen hebben elk hun eigen identiteit. Voor elk dorp is een dorpsvisie gemaakt die aansluit bij de bestaande dorpsontwikkelingsplannen. Deze plannen laten zien welke actuele kwesties er spelen in de dorpen en welke thema’s inwoners belangrijk vinden. De gemeente Deventer telt 100.718 inwoners (1 januari 2020).
De omgevingsvisie
Deventer was er vroeg bij, het traject naar een omgevingsvisie ging al in 2015 van start. De Omgevingsvisie Expeditie Deventer kiest voor een aantal speerpunten: klimaat, duurzaamheid en een innovatieve economie. Hiernaast staan vooral sociale thema’s centraal. Vergrijzing, bevolkingskrimp en individualisering spelen, met name in de dorpen en het landelijk gebied, een belangrijke rol. Deventer legt veel nadruk op de lokale identiteit. Het ‘noaberschap’ wordt bijvoorbeeld als leidend principe gehanteerd bij sociale vraagstukken en het begrip Deventer stedelijkheid’ wordt gebruikt om de ontwikkelingen te toetsen aan specifieke eigenschappen van de stad.
Omgevingskwaliteit
In de Deventer omgevingsvisie wordt omgevingskwaliteit niet op zichzelf aan de orde gesteld, maar verweven met de verschillende onderwerpen die in de visie aan bod komen. Een belangrijk doel is het behouden van het culturele erfgoed van Deventer, maar ook het ruimte geven aan het uitbouwen van bestaande kwaliteiten. Er wordt gesproken van ‘een gebiedsgerichte erfgoedzorg’. Daarbinnen is ruimte voor ontwikkeling. Bij veranderingen wordt onderzocht of en hoe bestaande kwaliteiten kunnen worden meegenomen. Bij nieuwe initiatieven wordt het toevoegen van een nieuwe laag aan de bestaande historische gelaagdheid als doel genoemd.
In de visie is gesteld dat het voor een goede balans tussen behoud en vernieuwing belangrijk is om te weten wat vernieuwing betekent voor het karakter van een gebied, een wijk of een gebouw, en hoe veranderingen zich verhouden tot de aanwezige (kern)waarden. Concrete methoden worden niet aangereikt.
Participatie
De gemeente wil na invoering van de Omgevingswet een minder sturende en leidende rol gaan innemen en meer ruimte en verantwoordelijkheid aan initiatiefnemers geven. Dit sluit volgens haar aan bij de ‘veranderende verhouding tussen overheid en samenleving’ waarbij de overheid zich deels terugtrekt.
Waar sommige gemeenten ervoor kiezen om inwoners direct te betrekken bij de ontwikkeling van de omgevingsvisie, wil Deventer vooral spreken met stakeholders en vertegenwoordigers van bewonersgroepen. De visie spreekt van een ‘warm contact’ als leidraad om met initiatieven uit de samenleving om te gaan. De methodiek waarop dit kan gebeuren wordt in de visie beschreven.
Reacties uit de gemeente
Op 16 mei 2017 schreef Jorien Kranendijk Adviseur erfgoed & procesleider participatie Omgevingswet, Gemeente Deventer aan Architectuur Lokaal: ‘Wat ik vooral heb gemerkt de afgelopen tijd is dat het loont actief mee te draaien in het totstandkomingsproces van de omgevingsvisie’.
Lees hier de column van Jorien Kranendijk.
Architectuur Lokaal sprak begin 2020 met Harry Bottenberg, programmamanager Ruimtelijke Ordening bij de gemeente. Als projectleider Omgevingsvisie is hij nauw betrokken bij het ontwikkelen van de omgevingsvisie. ‘In alle bescheidenheid, of eigenlijk ook weer niet: Deventer doet het heel goed als het gaat om het aangrijpen van nieuwe mogelijkheden en het inspelen op ontwikkelingen’, aldus Bottenberg. ‘Wij zijn als gemeente echt de verbinder.’
De omgang met initiatieven uit de gemeenschap zal in een nog toe te voegen participatieparagraaf worden uitgewerkt, maar dat wordt een kwestie van flexibiliteit en maatwerk. ‘Traditioneel was de insteek: past het niet in het bestemmingsplan, dan mag het niet. Maar bij de nieuwe manier van werken kijkt de gemeente bij een goed plan: is het passend te maken?’ Initiatiefnemers moeten wel kunnen aantonen dat hun voorstel aansluit bij de waarden van Deventer en dat ze rekening hebben gehouden met alle belanghebbenden. ‘Als iemand met een slecht plan en de steun van drie buren komt, betekent dat niet dat dat plan draagvlak heeft en onze goedkeuring krijgt.’ Bij het uitwerken van het omgevingsplan zullen inwoners wel direct betrokken worden, omdat dit plan volgens Bottenberg veel directer en concreter ingrijpt in het leven van mensen. Aan de omgevingsvisie is alleen de overheid gebonden, maar het plan geldt voor iedereen.
Aan andere gemeenten die aan de slag gaan met hun omgevingsvisie adviseert Bottenberg om goed intern draagvlak in de gemeente te organiseren: ‘Betrek iedereen hierbij.’ Met steun en bekendheid binnen de organisatie is het mogelijk om iedereen mee te krijgen in de nieuwe manier van werken.